Uit Coma

Ontwaakt. Waarom is eigenlijk niet helemaal duidelijk. Maar kennelijk was het tijd. Weer contact maken met de wereld. Mijn wereld van mede zangers en zangeressen. Het gevoel van gemis zal door de verdoving heen gebroken zijn. En dat gevoel blijkt sterk genoeg om de aanvankelijke afkeer voor online te doorbreken. Koren en online: jak! En nog steeds: het is verschrikkelijk behelpen. Dappere pioniers zijn op jacht naar Jamulus, een duistere entiteit in de online kosmos. May the force be with you…

En natuurlijk zullen we dankbaar gebruik maken van nieuwe mogelijkheden, mits gevonden. We hebben Kouwenhoven en het Majorana-deeltje nog vers in het geheugen.

Maar zelfs zonder Jamulus-redding zijn er voor mij toch mooie dingen gebeurd. De dappere sprong in het cyberduister heeft mij onverwacht plezier gebracht. Ook verwacht plezier trouwens, want ik heb de stemmen en gezichten van medekoorleden weer gehoord en gezien. Joy! Maar echt hè.

Het onverwachte plezier lag in de muziek zelf. In een poging om binnen het éénrichtingsverkeer van Zoom en soortgenoten nog iets van muziek overeind te houden ben ik het koorwerk als ‘liedjes’ gaan zien. Ik zit te zingen tegen een scherm, aan de andere kant wordt -hopelijk- meegezongen. Ik hoor ze niet, alle microfoons staan uit. Helaas, het kan niet anders, de vertraging maakt samen zingen onmogelijk.

En natuurlijk, de koorwerken zijn altijd al liedjes geweest, of op z’n minst begonnen als liedjes, waar een heel stemmenbouwwerk omheen is gemaakt. Maar voor mij geeft het een nieuwe ontroering om plechtige werken als ‘Go, song of mine’ als liedje te zingen. Er wordt geen noot veranderd, alle stemmen passen, maar ik mag melodie en akkoordjes geven. En als bonus krijg ik een helderder beeld van wat Edward in zijn hoofd had toen hij zijn lied de wereld instuurde. De kosmos instuurde. Wie weet hoort Jamulus zijn boodschap.

Yeti (men vermoedt een broer van Jamulus)