Niemand

Niemand. Zondagmiddag 15.00 uur. Ja, mijn vrouw. Wat zou ik zonder haar moeten? Wat zou ik zonder haar zijn? Ik kan me er eigenlijk geen voorstelling van maken. Ik wil hier geen slap romantisch verhaal ophangen. Niet zo’n cliché dat in een smartlap thuishoort. Nee, echt. Ik krijg geen goed beeld in mijn hoofd van een leven zonder Oda. Natuurlijk ook niet zo vreemd als je al zo lang zoveel dingen samen doet, zo lang samen zingt…

Maar goed, terug naar zondagmiddag 15.00 uur. Gitaar in de aanslag vóór de laptop. Wachtend op een uitzinnige menigte die het digitale portaal binnen golft, hongerend naar muzikale extase, verlichtende uitleg en warme community building.

Niemand.

En nu kan het twee kanten op.
Een zielig verhaal van een over het paard getilde dirigent die zijn wereld in elkaar ziet storten en dit laatste blog benut om beschaamd te erkennen dat zijn leven één grote zeepbel is gebleken, die op deze zondagmiddag eindelijk is uiteengespat.
Of je leest over een huppelende muzikant die zó in een eigen waanwereld leeft, dat ie toch een heerlijke middag heeft gehad met zijn muzikale vrienden Edward Elgar, die samen met jou levensreddende liederen de wereld in stuurt en aan tafel zit met Henry Purcel, die ontbijt, luncht en dineert met enkel muzieknootjes en in plaats van een te hoog cholesterolgehalte, daar alleen maar een groot hart gevuld met liefde, liefde en liefde aan overhoudt en samen met Herman van Veen, Michel Legrand en Rob Chrispijn eindeloos in cirkels loopt, rond en rond, sterren op je netvlies….

Als je waanwereld sterk genoeg is, organiseer dan gerust een koorrepetitie op een eerste lente-zondagmiddag, voor een koor dat na een barre winterse periode in koude eenzame opsluiting eindelijk naar buiten mag, de warme zon in. Drie uur ’s middags, ideale tijd.

Met iets meer realiteitszin in de bovenkamer: wacht gewoon tot de volgende heerlijke Punt Uit zondagavond. En als je lang genoeg wacht, wordt het weer net als vroeger: lekker op een kluitje samen zingen.