En zo gingen zij rond de kerk...

Bop! Bop!

Met die woorden maanden de Bolhoeden het koor tot zingen. Swingend en boppend kwam het koor tevoorschijn uit het straatje naast de kerk. Het publiek stond buiten te wachten en werd vervolgens naar het afdak geleid waar het eerste octet Everybody’s Boppin’ verder zong onder begeleiding van bas, ukelele en wasbord en met een scat-solo van Folkert.

Opnieuw voortgestuwd door de Bolhoeden ging het publiek de kerk om naar het volgende octet dat onder de verlichte boom het jiddische Schtill ten gehore bracht, omlijst door viool en accordeon. Verder weer, de tuin in, waar we getuige waren van een moeizame verdeling van de erfenis. De Beatles brachten soelaas: “We can work it out” en de scène eindigde in goede harmonie.

 

Na deze verrassende opening ging het optreden binnen verder, rondom de grote jassenhut die het podium sierde. De diepere betekenis van de hut? Die geven wij niet lichtzinnig prijs – u mag er uiteraard naar raden! Als u goed heeft opgelet zag u een slaperige vrouw rondom de hut.

Het volgende uur bevatte het optreden muziek van o.a. Giovanni da Palestrina, het eerste deel van de Missa Papae Marcelli, ontroerende liederen van Edward Elgar zoals bijvoorbeeld ‘Death on the hills’ en originele nieuwe arrangementen van Herman Groenestein met nummers als ‘Strong’ van London Grammar en ‘Young and Beautiful’ van Lana del Rey. Een bijzonder slot was het door Herman op muziek gezette gedicht ‘En die stad dat zijn wij’, door Laurens van der Zee geschreven ter gelegenheid van 750 jaar Wageningen. Wij zeggen: een Wagenings volkslied is geboren!

En nu moet u weer anderhalf jaar wachten op nog zo’n ervaring. Zucht.