SALON
Mijn hoofd zit helemaal vol met Salon. Dus zijn jullie gedoemd om nu iets te lezen over de Salon. Gesteld, dat jullie inmiddels tot de vurig gehoopte schare van trouwe blog-lezers behoren. Twee? Vijf? Veertien? Vierduizend-achthonderd en drie?
Even aan het wegdromen, lieve lezer.
We hebben vandaag (27 september) een Salon in de Schaapsstal gehad. Dat is eigenlijk een contradictio in terminis (nog nooit opgeschreven deze woorden, dus spellingscontrole: go!). Een Salon hoort natuurlijk in een salon. En in een schaapsstal horen schapen. Maar in Corona-tijd is alles anders. Opeens speelt mijn halve leven zich af op Langesteeg no 21. Dit is al de vierde blog waar de schaapsstal/ wolschuur ter sprake komt.
Anyway. Voordeel van zo’n schaapsstal is, dat er ongelooflijk veel mensen in passen, zelfs in Coronatijd. En net op de rand van de herfst, het was zo’n beetje onze laatste kans.
En dan nu het bruggetje naar Punt Uit. Dat had ik natuurlijk van begin af aan heus wel in gedachten. Punt Uit trad niet op in de Salon. Lekker brak bruggetje tot zover. Maar daar is echt wat meer over te zeggen. Dames en Heren trad wél op in de Salon. Uitgerekend die vermaledijde, arrogante, heus niet zo zuivere zingende als ze zelf overduidelijk wel denkende dames en heren!!
Lieve Punt Uiters, de reden is simpel: zij zijn klein en wij zijn groot. We passen er niet in. Misschien nog wel in een schaapsstal, maar niet in een Salon.
En eigenlijk wil ik wel Punt Uiters in de Salon. Ze zijn er ook wel geweest, in kwartet- of kwintetvorm. En wat mij betreft moet dat weer gebeuren. Ik kan eigenlijk niet wachten op het volgende kluppie Punt Uiters. Trek de stoute schoenen aan, ga op Corona-afstand een avond kaasfonduen, smelt je brein aaneen en druip uit over de microfoon. (Wel je eigen plopkap meenemen.)
Mensen, durf te kwelen!!! Neem de handschoen op. Finn trekt alles recht. Tot ziens in de volgende Salon. (Ergens in februari? Augustus? Voorjaar 2024?)

